Examine the case of the prosecution and the defense. Then decide: Which side are you on?
Was The Use Of Torture Legal?
The Amboyna controversy hinges on the difficult question of legal torture. Almost all the confessions (with the possible exception of Edward Collins who you will consider next) were obtained via the use of the 'torture of water' or waterboarding, that is the accused denied all knowledge until they were tortured and brought to confession via this means. The controversy centers on two points. First, was torture used correctly and legally in Amboyna? Second, was waterboarding a reliable mechanism for interrogation? The Prosecution argues that waterboarding was a uniquely moderate form of interrogation that cannot properly be labeled as torture and which can be relied upon to produce accurate information. In contrast, the Defense asserts that waterboarding was a brutal torture that generated unreliable information because the victim would say anything simply to make it stop. As a result, the confessions produced by torture cannot be relied upon to prove the existence of a plot. Was het inzetten van martelen wettelijk? Het Amboyna-geschil hangt af van de moeilijke vraag of het martelen wettelijk was of niet. Bijna alle bekentenissen (met de mogelijk uitzondering van Edward Collins, wiens zaak je zo in overweging neemt) werden verkregen door middel van ‘marteling met water’ ofwel waterboarden. Met andere woorden: de beschuldigden ontkenden van iets te weten totdat ze gemarteld werden en zo bekenden. De onenigheid draait om twee punten. Ten eerste: werd het martelen correct en wettelijk gedaan in Amboyna? Ten tweede: was waterboarden een betrouwbare manier van ondervragen? De eiser redeneert dat waterboarden een bijzonder gematigde manier van ondervragen was die niet zozeer kan worden gekenmerkt als martelen en die rustig kan worden ingezet om betrouwbare informatie te verkrijgen. De gedaagde daarentegen beweert dat waterboarden een wrede manier van marteling was die onbetrouwbare informatie opleverde omdat het slachtoffer alles zou bekennen zolang er maar een einde aan kwam. Daarom konden de bekentenissen die met marteling waren verkregen niet worden ingezet om het bestaan van het complot te bewijzen.